Over vorm en vriendschap

Kunsthuis Artistiek Meerssen opent op zaterdag 28 januari de deuren voor een tentoonstelling met beeldend werk van Ronald
van Laar en Arjen van Prooijen. De twee kunstenaars kennen elkaar al bijna 40 jaar. Ze zijn bevriend geraakt op de Stadsacademie in Maastricht (afdeling Tehatex) waar Ronald ruimtelijk werk maakte en Arjen destijds koos voor tekenen en schilderen. In die tijd begonnen ze ook samen kunstreizen te maken, in verbondenheid op zoek naar de schoonheid van de ultieme vorm. In vele gezamenlijke exposities sedertdien kreeg ook hun vriendschap verder vorm.

Beide kunstenaars waren ook (parttime) docent kunstvakken. Ze werkten ruim 30 jaar als collega’s op het Bonnefantencollege 
in Maastricht. Ronald is inmiddels als docent met pensioen gegaan en Arjen werkt nu bij de academie in Maastricht, nu “Institute of Arts”.

De tentoonstelling in het Kunsthuis is nog om een andere redenen wel bijzonder. Arjen woont sinds een jaar in Meerssen en
de echtgenote van Ronald is er geboren. Naast enkele recente werken laat deze expositie ook werken uit eerdere periodes zien. Een soort retrospectief dus, waarmee de kunstenaars u deelgenoot maken van hun verbeelding.

ARJEN VAN PROOIJEN
(Den Haag, 1960)

Arjen is geboren in Den Haag en sinds 1985 actief als beeldend kunstenaar. Sinds oktober 2021 woont en werkt
hij in Meerssen.

In het Kunsthuis laat hij werken zien uit verschillende periodes van zijn kunstenaarsbestaan. Er zijn (onder andere) kleine drieluikjes, schilderijen van kommen, keramische borden met glazuur, droomportretten, vanitas stillevens met planten en recente fuga-reliëfs.

De laatste werken zijn zeer van recente datum. Het zijn reliëfs van MDF beschilderd met acrylverf. Je zou zo’n fuga kunnen zien als een beeldende interpretatie van een fuga van Bach maar ook als een verwijzing naar het werk Fugue in twee kleuren (1912) van Frantisek Kupka en Fugue van Louise de Bourgeois (2003). Arjen heeft de Fuga geprobeerd te vertalen in harmonische slingerende vormen die in elkaar gestrengeld zijn.

Een terugkerend aspect in zijn werk zijn de reeksen stippels (klein) of dots (groter). De stippelreeksen lijken in
eerste instantie decoratief, maar dat zijn ze niet. Ze verbeelden de elementaire deeltjes waar vanuit de wereld lijkt te zijn opgebouwd. Het zijn reeksen die staan voor systemen en ordening, de kwantumfysica. De stippen lijken gelijkvormig maar bij nadere beschouwing zijn ze dat zeker niet. Ze zijn een voor een aangebracht met een penseel. Stip voor stip zijn ze in hun verfijning onvoorspelbaar en verschillend van vorm en formaat. De gelijkvormigheid is suggestief en ontstaat in de reeksen, maar ook daar zijn complexe veranderingen zichtbaar.

In deze eenheid in verscheidenheid zijn de verschillen groter dan de overeenkomsten. Zo is het ook in de wereld van de kleine deeltjes. Hoe meer je weet van de snelheid van een deeltje, hoe onzekerder de positie en omgedraaid. Het is die fascinerende wereld van het allerkleinste dat inspiratie biedt voor de verbeelding.

RONALD VAN LAAR
(Maastricht, 1958)

Ronald is een uit het Zuid-Limburgse heuvelland afkomstige beeldhouwer, actief sinds 1985 en sinds 1990 vanuit zijn atelier in Cadier en Keer.

Tijdens zijn opleiding aan de Stadsacademie te Maastricht is Van Laar begonnen met het maken van beelden: grote langwerpige figuratieve houten beelden, zo uit de stam gekapt.

Na zijn academietijd ging hij zich meer en meer toeleggen op het kappen in steen. De figuratie wordt minder expressionistisch en meer gestileerd van karakter, iets dat natuurlijk ook in de aard van het materiaal besloten ligt. Maar ook hier blijft in het uiteindelijke beeld steeds de oorspronkelijke vorm van het materiaal zichtbaar: de figuratie, die zich in een spanningsveld begeeft met de
blokvorm van de steen.

Eind jaren negentig gaat hij er in toenemende mate toe over om werk ook af te gieten in brons. Tevens begint hij daarbij uit te gaan van in klei geboetseerde originelen: enerzijds reliëfs, meestal in de vorm van meerdere panelen, die in een stalen frame samengebracht worden en anderzijds vrijstaande sculpturen, die de geslotenheid van houten stam of stenen blok uit de begintijd in de meeste gevallen bewaren. Deze samengebaldheid, deze compacte omlijning is als een soort krachtbron steeds aanwezig en bij uitstek typerend voor Van Laars werk.

Inhoudelijk gezien verwijst zijn vrije werk vaak naar de klassieke mythologie, een thematiek die op heel eigen wijze vertaald wordt in langzaam uitgekristalliseerde, gestileerde vormen. Het universele scheppingsthema uit de wereldmythologie van “chaos” en “orde” keert bij voortduring terug: de figuur maakt deel uit van de vorm waarin zij opgesloten zit of ontworstelt zich juist hier aan, schijnbaar. Als praktiserend muzikant hanteert Van Laar bij het verbeelden a.h.w. automatisch de muzikale begrippen van ritme, tempo, opmaat, modulatie, dynamiek en compositieschema. Doel is steeds een verbeelding met een sterk iconische werking, een sculpturaal beeldmerk.